Tekenles 4: een olifant

Dit is tekenles 4 van Stefan Tekent; het tekenen van een olifant. In de vorige les hadden we al dieren gezichten getekend op basis van de cirkel. In deze les tekenen we een olifant als tekenfilmfiguur. Tekenfilmfiguren zijn altijd opgebouwd uit cirkels. Op die manier heb ze altijd dezelfde verhouding. Je tekent eerst de grote vormen en daarna werk je pas de details uit. Een goede manier on de juiste proporties te krijgen van een tekenfilm figuur is om ze op te meten. Hiervoor gebruik je de grote van het hoofd als maateenheid. De olifant die we tekenen is 3 hoofden groot.
De eerste cirkel is zijn hoofd. De tweede cirkel is zijn bovenlichaam en het begin van zijn buik en de derde cirkel is de onderkant van zijn buik en zijn poten. Olifanten zijn vrij dik en rond. Schets eerst het hoofd van de olifant. In de vorige les heb je al gezien hoe je dat doet. Schets eerst de grote vormen in zoals de oren, de slurf en zijn wangen. We gaan nu het lichaam van de olifant tekenen. Teken van het midden van de tweede cirkel tot het midden van de derde cirkel een grote cirkel. Dit wordt de basis van de buik. Ik schets altijd de hulplijnen in zodat de cirkel meer vorm krijgt. Dan zie je de dikte van zijn buik. Anders blijft het karakter plat en we willen juist dat hij tot leven komt.
Een olifant heeft hele grote poten. We tekenen eerst de linker poot. Deze staat dichterbij dan zijn rechter poot. Om meer diepte te krijgen teken je zijn linker poot groter dan zijn rechter poot. De linker poot staat meer naar achteren
Schets dan de linkerarm. Een arm is ook een ronde vorm. Schets dan zijn rechter arm. De Olifant presenteert zichzelf en steekt zijn rechter arm omhoog. Ik schets de grote vorm altijd door de rest van de tekening heen. Hier valt de arm achter de slurf weg. Het is altijd goed om deze door te schetsen, zodat je precies weet waar de arm begint en eindigt. We hebben nu de basis van de olifant geschetst, nu kunnen we aan de details beginnen.